Niet vullen, maar poetsen (en flossen)!

N=1=exit

N=1=exit

Handig hoor, al die uitzendbureaus in de mondzorg. Handig voor de werkzoekenden, want eigen initiatief is niet meer nodig, maar ook voor mij als praktijkhouder. Ik zoek, zij vinden. Waar ik ook naar op zoek zou zijn, zij hebben het in de aanbieding; tandartsassistenten die alles kunnen en gedaan hebben (voorbehouden of niet), ZZP-mondhygiënisten die veel meer omzetten dan de gemiddelde tandarts en daar dan slechts 60% van willen opstrijken of one-man-army-tandartsen die op 3 kamers werken en zo single-handedly je omzet verdubbelen en tegelijkertijd het tandartstekort oplossen, mocht daar behoefte aan zijn. Alle smaken hebben ze, om van te watertanden.

Zelf had ik helaas een iets minder goede ervaring met de mondzorgbaan-bemiddelaars, al is het n=1, dus u kunt het direct weer vergeten. Toen ik één keer echt omhoog zat en dringend assistentie nodig had, nam ik maar eens contact op met één van de vele bemiddelingsbureaus. Ondanks de dagelijkse e-mails met het aanbod van de meest fantastische kandidaten, had ik ze tot dan toe altijd links laten liggen, want ik regelde het zelf wel. Wellicht tegen beter weten in.

Weldra kwamen ze op de proppen met een zeer ervaren (want zeer oude) tandartsassistente. Ze was handig aan de stoel, maar onhandig met computers (voordat alleen nog maar de patiëntenkaart op het scherm stond, waren we tien minuten verder). Daarnaast had ze ook nog irreële salariseisen voor wat ze kon en was ze niet inzetbaar voor het aantal uren wat ik had aangevraagd. N=1=exit en dat scheelde ook weer bemiddelingskosten, want ‘no cure, no pay’.

Handig was voor mij toch niet zo handig en onnodig bovendien, want met personeel ronselen heb ik meestal niet zo’n moeite. Mijn meeste sollicitanten komen namelijk via het netwerk van de al bij mij werkzame tandartsen, mondhygiënisten en ook via de studenten mondzorgkunde en tandheelkunde die bij mij in de avond werken. Soms lukt het dan toch niet om een tandarts te vinden en dan is er altijd nog de vacaturebank van de ‘good old’ KNMT. (Heeft de NVM eigenlijk ook een vacaturebank?).

Wat misschien wel heel onhandig van mij is, is dat ik voor nieuwe tandartsassistenten  een voorkeur heb voor kandidaten die het vak nog moeten leren. Dat heeft wel als voordeel dat er altijd heel veel reacties op mijn leerbaan-vacatures (op Indeed) zijn, want ook een vooropleiding van meer dan VMBO vraag ik niet. De selectieprocedure moet ik dan als niet HRM-professional natuurlijk zelf doen, maar dan is de kans wel groter dat de gekozen kandidaat beter bij jou en je praktijk past.

Mijn ervaring is inmiddels, dat de aangenomen talenten het vak in de praktijk, ondersteunt door een online cursus, snel leren en binnen een maand kunnen meedraaien aan de stoel en achter de receptie. Als je iemand een kans geeft, wordt je vertrouwen niet snel geschaad. Ze hebben dan wel geen ‘branch-erkende’ (wie bepaalt dat eigenlijk) opleiding gedaan, maar dat is volgens mij ook helemaal niet nodig of wettelijk verplicht. Het ABC-kwaliteitskeurmerk wat de KNMT nu weer heeft bedacht, is wat dat betreft, net als de KRT, een wassen neus.

Nog steeds lees ik met veel belangstelling het aanbod van de baanbemiddelaars in de vele e-mailbrieven die voorbij komen en verwonder ik me vaak over het aanbod en hoe ze al deze topkandidaten steeds weer weten te vinden. Hier zullen vast veel tandartspraktijken dankbaar gebruik van maken en zodoende de bemiddelaars vorstelijk belonen voor hun goede werk. Handig hoor, al die uitzendbureaus in de mondzorg.

Jerry Baas